Ik heb pijn aan mijn schouder
Schouderklachten kunnen het dagelijks functioneren behoorlijk belemmeren. In veel gevallen kan een gespecialiseerd schoudertherapeut u helpen en kunnen de klachten, zonder operatie, goed worden verholpen en verlicht.
Schouderklachten kunnen plotseling ontstaan door bijvoorbeeld een ‘verkeerde’ beweging of een ongeval, maar ook kunnen klachten geleidelijk ontstaan door bijvoorbeeld overbelasting. Ook zijn er een aantal medische aandoeningen zoals artrose of ‘impingement’; een beknelling van de pezen en / of de slijmbeurs waarbij schoudertherapie u kan helpen. Hieronder hebben wij de meest voorkomende schouderklachten hieronder uitgewerkt;
Subacromiaal Pijn Syndroom (SAPS)
Bij meer dan de helft van de patiënten met schouderpijn die de huisarts en / of fysiotherapeut bezoekt is er sprake van een Subacromiaal Pijn Syndroom (SAPS). Hierbij ligt de bron van de pijn meestal in een pees, kapsel of slijmbeurs in de ruimte tussen schouderdak en schouderkop. Andere termen voor subacromiale schouderpijn zijn rotator cuff tendinopathie, – tendinitise of – tendinose, subarcomiale bursitis of rotator cuff calcificatie.
Subacromiale schouderpijn wordt gekenmerkt door pijn in de schouder en/of bovenarm die zonder duidelijke reden geleidelijk aan ontstaat en toeneemt bij activiteiten die boven schouderhoogte worden uitgevoerd.
Deze klachten kunnen leiden tot ernstige beperkingen in het dagelijks leven, zoals problemen bij activiteiten zoals aankleden, werken en slapen.
Behandeling van deze klachten bestaan uit voorlichting en advies en zo nodig pijnmedicatie van de huisarts. Daarna zal middels fysiotherapie gekeken worden naar behandelbare factoren en uiteindelijk zal er gestart worden met oefentherapie om de schouderspieren te versterken. Bij aanhoudende klachten wordt een overleg met de huisarts aangeraden (mogelijke injectie en/of doorverwijzing).
Frozen Shoulder
Een frozen shoulder is het resultaat van een ontsteking van het gewrichtskapsel van de schouder. Hierdoor kan er een verdikking en verkleving van het gewrichtskapsel optreden, wat tot flink pijnlijke en langdurige klachten kan leiden.
De ontsteking van het gewrichtskapsel die tot een frozen shoulder kan leiden, kan spontaan ontstaan of door een trauma (ongeluk of val). De klachten ontstaan geleidelijk en kunnen maanden tot enkele jaren aanhouden. Uiteindelijk verdwijnen de symptomen langzaam tot de cliënt pijnvrij is.
De schouder zal uiteindelijk spontaan genezen en de stijfheid grotendeels verdwijnen. De fysiotherapeutische behandeling is gericht op het (pijnvrij) mobiliseren van de schouder en het bestrijden van de pijn.
Rotator cuff ruptuur
De rotator cuff is een groep van vier spieren die vanuit het schouderblad via de pezen van de rotatorenmanchet aanhechten op de kop van het bovenarmbot (humerus). Samen zorgen de spieren van deze manchet voor beweging en stabiliteit van het schoudergewricht. De rotator cuff bestaat uit: de m. supraspinatus, de m. infraspinatus, de m. subscapularis en de m. teres minor.
Een (gedeeltelijke) scheur in één of meer spieren van de rotator cuff kan door verschillende oorzaken ontstaan, bijvoorbeeld;
- Overmatige belasting van de rotator cuff
- Vallen op een uitgestrekte arm
- Te zwaar tillen of duwen
- Slijtage van de pees door het verouderingsproces
Personen met een scheur van één van de spieren van de rotator cuff ervaren meestal een acute pijn / scheurende sensatie tijdens het ontstaan. Wanneer er sprake is van een matige ruptuur, zal men redelijk actief kunnen blijven. Echter, na de activiteiten (in rust) kan er een stijf/pijnlijk gevoel in de schouder ontstaan. Bij ernstige gevallen zal men beperkt zijn in zijn/haar activiteiten in het dagelijks leven.
Personen met een rotator cuff scheur ervaren pijn gelokaliseerd in de schouder. In sommige gevallen kan deze pijn uitstralen naar de bovenarm, het schouderblad, de bovenrug en/of de nek. De pijn is over het algemeen ‘zeurend’ aanwezig en neemt toe (‘scherp’) met activiteiten. Is er sprake van een volledige ruptuur, dan wordt het onmogelijk om de arm in alle richtingen te bewegen. Bij ernstige of chronische gevallen kunnen er bijkomende tekens aanwezig zijn, zoals: afname van spiermassa, spierzwakte en nachtelijke pijn.
Er zijn 2 behandelopties bij een rotator cuff ruptuur, een conservatieve en een operatieve behandeling. Wanneer het een kleine scheur betreft met relatief weinig pijn en een goede functie kan voor een conservatieve behandeling gekozen worden. Dit betekent dat er geen operatie plaats zal vinden en de schouder zelf zo goed mogelijk moet herstellen. Fysiotherapie zal dan gericht zijn op het optimaliseren van de mobiliteit, stabiliteit en kracht van de aangedane schouder. Wanneer er sprake is van een groot of wellicht volledig cuff ruptuur dan zal eerder een operatieve ingreep overwogen worden. Vaak heeft de patiënt dan veel pijn en een slechte functie van de schouder met fors krachtsverlies. De revalidatie na een cuffrepair, onder begeleiding van de fysiotherapeut, zal 6 – 12 maanden in beslag nemen.
Schouder uit de kom (schouderluxatie)
Schouderluxatie is het ‘uit de kom gaan’ van de bovenarm. Dat betekent dat het bovenarmdeel van het schoudergewricht niet meer op zijn plaats zit in de schouderkom. De bovenarm kan gedeeltelijk uit de kom schieten (subluxatie) of helemaal (totale luxatie). In beide gevallen voelt u veel pijn en kunt u de schouder niet of slechts beperkt gebruiken.
Misschien heeft u bij herhaling last van een schouderluxatie; dat wordt een recidiverende schouderluxatie genoemd.
In veruit de meeste gevallen schiet de kop van de bovenarm aan de voorkant uit de kom van het schouderblad. Soms is de luxatie naar achteren, of – heel zeldzaam – naar boven of onder. Meestal ontstaat een schouderluxatie door vallen op de arm of rechtstreeks op de schouder. Ook een forse stoot tegen de schouder kan een luxatie veroorzaken, net zoals een beweging (een worp, bijvoorbeeld) of een plotseling tegengehouden beweging. Deze situaties ontstaan in het dagelijks leven (bijvoorbeeld door een val van de trap of fiets). Bepaalde sporten geven meer kans op een arm uit de kom (bijvoorbeeld voetbal, skiën, hockey, rugby, volleybal en basketbal).
Soms heeft een schouderluxatie te maken met een te geringe sterkte van de gewrichtsbanden en/of pezen of met een overmatige elasticiteit van deze weefsels (hyperlaxiteit).
Fysiotherapie bij een schouderluxatie zal aanvankelijk bestaan uit beschermen van de structuren rondom de kop (kapsel, banden, etc.) zodat deze kunnen herstellen. Dit door gedeeltelijke immobilisatie en leefregels t.a.v. het bewegen van de arm. Wanneer de schouder niet meer pijnlijk is zal de fysiotherapie zich met name richten op het verbeteren van de kracht, stabiliteit en het uithoudingsvermogen van de schouderspieren gericht op het weer kunnen hervatten van dagelijkse werkzaamheden, werk en sport.
Af en toe geeft een niet-operatieve behandeling echter niet het gewenste resultaat en zal er een operatieve ingreep gedaan moeten worden. Bijvoorbeeld wanneer het labrum (kraakbeenrand op de schouderkop) beschadigd is door de schouderluxatie. Het labrum kan op verschillende plekken rond de schouderkom los scheuren, afhankelijk hiervan spreken we over labrum-, SLAP- of Bankartletsel. Vandaar dat deze hersteloperatie een labrumrepair, SLAP-repair of Bankartrepair wordt genoemd.
AC-luxatie (Tossy I, II of III)
Het acromio claviculair gewricht, ook het AC-gewricht genoemd, is de verbinding tussen sleutelbeen (clavicula) en acromion, deel van schouderblad (scapula). Het is een belangrijk gewricht voor de beweeglijkheid van de arm en schoudergordel. AC-luxatie is een frequente aandoening bij jonge actieve volwassenen. Bij deze aandoening luxeert het sleutelbeen van de schouderblad. Dit wordt veroorzaakt door een directe val op de schouder of door een directe klap op de schouder zoals bijvoorbeeld bij contactsporten. De ernst van deze aandoening is afhankelijk van de uitgebreidheid van de schade aan het gewrichtskapsel tussen schouderblad en sleutelbeen en de banden.
Bij een AC-luxatie zijn er 3 gradaties te onderscheiden;
- Graad 1: gedeeltelijke beschadiging van het kapsel zonder verplaatsing van het AC gewricht. De coraco claviculaire ligamenten zijn intact. Dit is de meest frequente vorm van AC luxatie.
- Graad 2: complete scheur van het kapsel met lichte verplaatsing van het AC gewricht. De coraco claviculaire ligamenten zijn intact.
- Graad 3: complete scheur van het kapsel en coraco claviculaire ligamenten, waardoor duidelijke luxatie van het AC gewricht en zwelling op de schoudertop bij lichamelijk onderzoek.
De behandeling van een AC-luxatie is afhankelijk van de ernst van de luxatie. Graad 1 en 2 worden in principe niet operatief behandeld. Met behulp van een draagdoek dient de schouder ongeveer 2 weken te rusten, waarop vervolgens gestart kan worden met fysiotherapie. De meeste patiënten zullen nog een tijdlang pijnklachten behouden. Eens dit verdwijnt is de schouder in de meeste gevallen weer normaal, alhoewel lichte pijn nog voor een langere tijd kan bestaan.
Fysiotherapie zal bestaat uit het trainen van kracht, stabiliteit en uithoudingsvermogen gericht op dagelijks leven, werk en sport.
Patiënten met een graad 3 komen soms in aanmerking voor een vroege operatieve behandeling. Dit is ook afhankelijk van de leeftijd en verwachtingen van de patiënt. De meeste chirurgen verkiezen vaak een niet-operatieve behandeling en indien onvoldoende genezing, zal een operatieve behandeling worden overwogen.
De operatieve behandeling van graad 3 letsels zal worden overwogen bij sportieve actieve personen of personen die zware arbeid moeten verrichten met de schouder. Hierbij wordt het gewricht hersteld en wordt het sleutelbeen weer op zijn normale positie ten opzichte van het schouderblad (acromion) geplaatst. Hierna zal middels fysiotherapie de schouder weer mobiel gemaakt moeten worden en uiteindelijk zal ook de kracht, stabiliteit en het uithoudingsvermogen worden getraind.
Wellicht ook interessant voor u: Schouderfysiotherapie / Etalagebenen / Tenen lopen / Knieklachten bij kinderen